Art framing

Jan van Krieken van Huessen Exposities 's Gemeentehuis Rheden & Kernhem Ede 2016

Jan van Krieken van Huessen (Deventer 1942, woont en werkt in Huissen, Gld) volgde zijn artistieke opleiding van 1959 tot 1964 aan de Academie voor Beeldende Kunsten te Arnhem, waar hij van 1979 tot 2000 tevens als docent schilderen was aangesteld.  

Eigenlijk heet de kunstenaar Jan van Krieken. Een aantal jaren geleden ontstond er echter verwarring binnen de Nederlandse kunstwereld omdat er twee schilders met de naam Jan van Krieken bleken te bestaan die hun werk met de volle naam signeerden. Na contact met elkaar te hebben gezocht is besloten om middels een gezamenlijke expositie te Tilburg welke de naam "What's in a name?" meekreeg  aan de verwarring een einde te maken. Sindsdien wordt het werk getekend met respectievelijk “Jan van Krieken van Tilburg” welke inmiddels is overleden en “Jan van Krieken van Huessen”.Ook na het overlijden van Jan van Krieken van Tilburg is Jan van Krieken blijven signeren met de toevoeging "Van Huessen" welke hij voor het eerst gebruikte op 4 november 2001.
 

Expositie Kernhem  Ede 2016
 

Tekst & uitvoering Thomas Verbogt


Ik zal het kort houden met het oog op de temperatuur maar ook i.v.m. met de conditie van de exposanten. Op deze expositie heb ik mij erg verheugd. Het zijn kunstenaars die goed kunnen kijken en van de wereld om hen heen maken ze een geheel eigen wereld die je graag mee maakt. Wel was het even afwachten of ze hier daadwerkelijk zouden zijn. Het was niet ondenkbaar dat we moesten schakelen met een revalidatie instelling of een ziekenhuis. Ik heb voor de zekerheid nog even gechequed bij de eerste hulp van het ziekenhuis Gelderse Vallei want je weet maar nooit. Vooralsnog zijn ze hier. Jan & Herrie ; ik heb de tentoonstelling niet van te voren gezien, dus ik weet niet wat ik open, maar dat heb ik vaak in het dagelijks leven. Ik ken het werk echter al lang, en ik houd er van. Ik kan het gelukkig ook bijhouden, want ik kocht al drie keer de boeken die Jan en Herrie uitgaven. En, die boeken hebben heldere titels; deel 1, deel 2 en deel3. Ik moet zeggen, ik wou dat ik hier op was gekomen. En telkens zie ik de verzameling kleine kunstwerken die ze elkaar tijdens de vakantie toesturen. En ik blader daar graag aandachtig doorheen. Ik heb niet alleen de beelden, maar lees ook de teksten die daar bij horen. Het mooie is dat Jan vaak opschrijft, wanneer gezien en vastgelegd en vervolgens zie je het dan ook. Dat vind ik interessant omdat je meer kunt zien dan woorden kunnen zeggen. Ze schrijven dan ook beide wat je er bij denkt, mijn wereld, de wereld, welke wereld is dat, de wereld die je kent. Vaak blijft zo’n vraag dan even hangen. Herrie is echter wat aarzelend in zijn berichtten, ik citeer “het weer is geweldig, het eten en drank zijn geweldig en heb dan erg veel moeite om aan het werk te gaan.” Dat snap ik wel. Intussen maakt hij prachtige aquarellen. Blijkbaar is het dan geen werk en toch is het zomaar gebeurd. Toch combineer ik beide stijlen  graag. Jan die zich afvraagt hoe het met de wereld zit en Herrie  die het weer , de drank, het eten bespreekt en moeite heeft aan het werk te gaan. De combinatie van beide zegt waarschijnlijk heel veel over het maken en de werking van kunst. Wat er niet was, maar er wel moet komen, ook al weet je niet precies wat jouw wereld is en moet je door de drank heen. Er staat iets te gebeuren, wat niet is gebeurd. Wat ik ook zo prettig vind is dat beide kunstenaars niet gewichtig doen over die gebeurtenissen. Als het nodig is gebeurt het vanzelf wel, maar ook hier is er nauwelijks wat aan  de hand. Een van de vele kwaliteiten is de lichtheid. Dan bedoel ik uiteraard niet de lichtheid van kleur. Het is die andere lichtheid. De lichtheid die ruimte geeft, en die er voor zorgt dat die persoonlijke dingen die je meemaakt ook heel dichtbij laat komen. Ik pak even het laatste deel 3, op de laatste pagina is een foto afgebeeld waar de kunstenaars in een restaurant te zien zijn. Ik herken dit restaurant, “De Bok” in Arnhemwaar ze zich tevreden ophouden. En onder die foto staat een bijschrift en dat is, ik citeer; “wij zijn niet altijd aan het schilderen, wij gaan ook graag af en toe met onze partners uit eten.” Dat is aangename, strikt informele informatie die je maar zelden in de kunstgeschiedenis tegen komt. We zijn niet altijd aan het schilderen, we gaan ook vaak met onze partners uit eten. De partners zijn niet op de foto te zien, maar ik ken ze, en dat is het beeld wat ik wil vormen. Aan de kunstenaars is ook goed te zien, dat ze niet altijd aan het schilderen zijn. Dat zien we aan het feit hoe ze het glas vasthouden, dat zie je aan hun gebaren. Ze zitten onder een bord, waar op staat “extra brood of saus 1,50 “  En volgens mij vindt Herrie, dat ze best alle twee kunnen nemen. “En brood en saus”. En Jan schrikt hier een beetje van. Het lijkt wel of hij het verspilling vindt, en brood en saus. Wel dek ik “jongens jullie doen maar, jullie verdienen het. “Jullie mogen echt wel en extra brood en extra saus. Jullie zijn het waard: Heel veel waard. Alle gekheid op een stokje: ik meen het serieus. Jullie innige werk, om zeer van te houden.!!

Daarbij heb ik de tentoonstelling geopend.